zondag 29 april 2018

Marjolijn van Heemstra-En we noemen hem


Recensie door Tea van Lierop
Uitgever Das Mag





Zoektocht met een filosofisch tintje


Zoektocht

Dit boek staat op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2018.

Een jonge zwangere vrouw heeft de belofte gedaan haar kind te vernoemen naar een overleden 'held' uit de familie. Het 'heldenverhaal' spreekt tot de verbeelding, maar voordat er vernoemd wordt moet eerst het onderste uit de kan gehaald worden om te kijken of het verhaal wel klopt. Dit is waar het boek over gaat. De zoektocht naar de waarheid loopt parallel aan de zwangerschap en deze twee verhaallijnen kunnen elkaar versterken of afstoten. 
Bommenneef 

Er zit een verhaal achter het vernoemen. De proloog bestaat uit één lange zin, die verklaart waarom de zoektocht gemaakt moet worden. Zoals zo vaak speelt toeval een rol. De verre oom, Frans Julius Johan, bijgenaamd de 'Bommenneef' is zo'n beetje een levende legende geworden omdat hij na de oorlog een dodelijke aanslag pleegde op een niet-veroordeelde NSB'er. Voor hij stierf had hij nog een laatste wens, zijn ring moest doorgegeven worden aan een naamgenoot. Zelf was hij kinderloos, via haar oma kwam de ring bij de ik-figuur terecht toen ze achttien jaar werd. 

Het verhaal klakkeloos aannemen zou te ver gaan, tenslotte wil je je kind vernoemen naar iemand die de geuzentitel ook echt verdient. In een originele vorm, na de proloog begint het hoofdstuk met de titel 'nog 27 weken', wordt er afgeteld tot 'de dag', leven we mee met de zoektocht naar het ware verhaal, de relatie tussen de ik-figuur en D en de zwangerschap. 

Foto's 

De beelden van die tijdens de echo van het kind gemaakt werden roepen bommenneef op: 

'Ik kijk weer naar de foto’s en even lijkt bommenneef daar in het donker te drijven. Half opgeslokt door de geschiedenis, verlangend naar licht en leven. Ik heb geen zin om D over Antarctica te vertellen. Ik wil deze dag niet verpesten met mijn angst voor het onbekende. D start de auto en rijdt ons weg van de parkeerplaats.' 

Wanneer je goed naar de schitterende cover kijkt, valt op dat er behalve de sterrenhemel ook drie verschijningsvormen van een zwevend, drijvend figuurtje afgebeeld staan. De sterrenhemel heeft nog een prachtige betekenis in meerdere opzichten. Daarover straks meer. 

Botsende belangen 

Wat nu wanneer de geuzennaam helemaal niet klopt? Het zou kunnen dat het verhaal, dat zolang in de familie rondgegaan is en een eigen leven is gaan leiden, een verdraaide versie van de werkelijkheid is? Dit onder ogen te moeten zien is een van de risico's waar de ik-figuur tegenaan loopt. Aan de ene kant een heldenverhaal en naam doorgeven aan je kind en aan de andere kant het gevaar dat de held helemaal niet heldhaftig was! 

Het zoeken gaat allesbehalve vlot. De lezer leeft mee met dit dilemma en het wordt van tijd tot tijd behoorlijk spannend, vooral wanneer de gemoederen door frustratie hoog oplopen.

Tenslotte is de zwangere ik af en toe behoorlijk van slag door hormonale schommelingen en later ook nog door een complicatie. Ze weet niet altijd juist te laveren tussen wat wenselijk is en wat neigt naar onverantwoord gedrag.


Planetarium Franeker (Wikipedia)

Planetarium 

In het hoofdstuk van haar 26ste week wordt de rol die het Planetarium in Franeker gaat spelen mooi ingeleid. Het is de week waarin ze het moeilijk heeft, veel droomt, korte nachten heeft, benauwd is en sterretjes ziet. Daarin wordt ook hun relatie beschreven, ze draaien met ruime banen om elkaar heen. Dit stemt tot nadenken, ook de quote van Immanuel Kant

Hoe meer en vaker ik erover nadenk, met des te meer bewondering en eerbied vervullen twee dingen mijn gemoed: de sterrenhemel boven mij en de zedelijke wet binnen in mij. Ze zijn voor mij het bewijs dat er een God boven mij is en een God binnen in mij.’ 
Dit citaat staat op Kant’s grafsteen. 

Mooi dat hier de link gelegd wordt tussen Kant en Eisinga, beiden hebben het besef en het vermogen orde te scheppen in de chaos.

De ik-figuur wordt hierdoor geïnspireerd, heel voorstelbaar. In het kamertje van Eisinga word je heel rustig, het tikken van de klok geeft een ritme aan en je voelt je nietig worden bij zo’n genie die zoveel jaar, 7 (Bijbels getal dat volledigheid aanduidt), werkt aan de voltooiing van zijn Planetarium 

Conclusie 

Deze roman, een queeste en een boek over schuld, relatie en eerlijk zijn, las ik met plezier. Het snufje filosofie sloot mooi aan bij de astronomie van Eise Eisinga en bleek een sleutel tot de oplossing van het vraagstuk. Verder waren er meerdere motieven te vinden in het boek zoals de muggenplaag die bijna tot wanhoop dreef. 

Ik vond de manier waarop de ik-figuur risico's nam om die zoektocht maar te voltooien niet zo geloofwaardig, tenslotte zet ze haar eigen gezondheid en die van de baby op het spel, en ook de relatie met haar partner kwam niet op de eerste plaats. Een beetje geobsedeerd door die vernoeming. Maar het is fictie, daarin is alles mogelijk.  

De auteur 

Marjolijn barones van Heemstra (Amsterdam, 10 februari 1981) is een Nederlands schrijfster en theatermaakster (regisseur en actrice).  

Loopbaan 

Van Heemstra is een lid van de familie Van Heemstra en een dochter van kinderarts Diederik Jan Maurits baron van Heemstra en orthopedagoge drs. Geziena Elizabeth Hegener. Zij studeerde godsdienstwetenschappen. 

In 2009 kwam de eerste gedichtenbundel van Van Heemstra uit, Als Mozes had doorgevraagd, waarmee zij in 2012 de Jo Peters Poëzieprijs won. In 2011 schreef ze voor het NRC een reeks columns, Welkom/Niet welkom, waarvoor zij onuitgenodigd en onaangekondigd op feesten en feestjes kwam. Voor Trouw schrijft zij 's zaterdags een column in de weekendbijlage Tijd. Op 15 mei 2011 was zij de gast in het televisieprogramma Het Vermoeden van de IKON. In september 2012 kwam haar eerste roman uit, De laatste Aedema. Zij is sinds 2005 verbonden aan het Theater Frascati te Amsterdam en sinds 2013 ook aan het gezelschap Ro Theater in Rotterdam. 



Titel: En we noemen hem
Auteur: Marjolijn van Heemstra
Uitgever: Das Mag
ISBN: 9789492478405
Pag.: 220
Genre: Fictie
Verschenen: April 2017

vrijdag 27 april 2018

Louis Couperus - Noodlot


Recensie door Roosje
Uitgeverij Lalito



Ménage à trois

Deze korte roman van Louis Couperus verscheen als feuilleton in twee delen en later als roman*- een weg die Couperus vaak bewandelde, want dan kon hij twee maal cashen; van geld had Couperus altijd te weinig - na zijn roman Eline Vere.

Een oude vriend van Frank, Bertie, komt op een avond bij Frank in zijn Londense appartement aankloppen: volkomen berooid is hij en doet een beroep op zijn oude maat. Frank zit goed bij kas en vindt het gezelschap van Bertie eigenlijk wel aangenaam. Hij voelt zich door de uitvreter niet bekocht. Beiden hebben een aangeboren neiging tot melancholie en fatalisme. Daarom verzetten zij hun zinnen en doen een reisje Noorwegen, waar Couperus ook zelf geweest is. Daar, in de bergen en op de fjorden, worden zij begeleid door Henriks Ibsens Spoken**. Frank en Bertie ontmoeten de Engelse Eve. Frank en Eve worden verliefd en willen trouwen.

Terug in Londen rijpt bij Bertie het besef dat hij en Frank daarom zullen moeten scheiden. Wanhoop en berekening gaan in Berties geest een bondgenootschap aan. Met een lonkend oog naar het noodlot is Bertie als de intrigant Jago uit Shakespeares Othello, die de hoofdpersoon allerlei venijn en onwaarheden influistert en wel op zo’n manier dat hem geen blaam treft. Hij suggereert meer dan dat hij boude uitspraken doet. Bertie doet dat om de beurt naar Eve en naar Frank.
Een psychologisch spel ontplooit zich tussen deze drie mensen, die nauw op elkaar betrokken zijn. Ook Eve en Bertie hebben een nauwe band, waarop Frank op zijn beurt jaloers is. Bertie is beurtelings het ‘spook’ maar wordt ook ‘bespot’. Hij twijfelt tussen Noodlot en Toeval.

Toeval of Noodlot

Alle drie zijn zij bevattelijk voor het concept ‘noodlot’. Dat komt enerzijds door hun gevoeligheid en melancholie, die zij ook met elkaar delen en die zij in elkaar ontdekken waardoor zij nog nauwer op elkaar betrokken raken, anderzijds door wanhoop en niet weten hoe te handelen. In deze zin lijkt de roman een naturalistische: mensen kunnen hun noodlot niet ontsnappen omdat ze niet in staat zijn het lot in eigen hand te nemen.*** Maar anderzijds houden zij vast aan dat noodlot om hun leven toch een richting en zingeving te verschaffen. Toeval of noodlot, vraagt Bertie zich verscheidene malen af, alsof hij niet kan besluiten tussen die twee. Bij ‘toeval’ zou hij zelf handelend moeten optreden; bij ‘noodlot’ kan hij het laten gebeuren. Aanvankelijk treedt hij handelend op en lijkt zijn plannetje á la Jago te lukken, maar later blijkt hij dan toch buiten de waard te hebben gerekend en wordt hij door het noodlot ingehaald. En daarop laat hij gebeuren wat er gebeurde.

Homoseksualiteit

In onze tijd zien we in Bertie natuurlijk een homo, verliefd op Frank maar Frank niet op hem. Ik ben daar een beetje ambigue in. Natuurlijk heeft Couperus daaraan gedacht maar of hij dat werkelijk gesuggereerd heeft, vraag ik me af. Couperus was niet open over zijn eigen homoseksualiteit. Deze roman is ook prima te lezen zonder Bertie het etiket ‘homo’ op te plakken, terwijl we dat misschien toch wel in ons achterhoofd kunnen houden. Ingewikkeld? Ja, heel ingewikkeld.
Ingewikkeld en complex is de verhouding tussen deze drie mensen om wie het draait in Noodlot. Ze worden elkaars ‘spoken’ en voltrekken elkaars noodlot.

 ‘Psychologie’

De beschreven processen over ‘psychologie’ en emoties zijn enerzijds een beetje ouderwets, onder andere vanwege de grote fijngevoeligheid van elk van deze personages - je hebt toch hier en daar de neiging om te roepen: kom op, jongens en meisje, maak er nu eens iets van -. Maar anderzijds schrijft Couperus, net als Ibsen overigens, het wel heel mooi, gedetailleerd en overtuigend op. Verrassingen zijn er genoeg in dit boek, net als in Eline Vere. Vrolijk word je er niet van en ik was als puber best ontdaan door de gebeurtenissen in Eline Vere; Noodlot las ik pas geleden voor het eerst.

 Tot slot

Noodlot is een zo korte roman dat het bijna een novelle is en wat dit betreft zo compleet tegenovergesteld aan Boeken der kleine zielen, dat ik een tijdje geleden besproken heb.

Couperus' befaamde impressionistische natuur- en weerbeschrijvingen ontbreken hier niet. Het Noorse landschap en de - fatale - weersomstandigheden wordt onvergetelijk neergezet. Kleuren worden in alle tinten purper, roze en blauw geschilderd. Heel fraai, een echt impressionistisch tafereel. Je ziet het zo voor je.

Is deze roman met zijn grote nadruk op impressionisme, naturalisme en fatalisme in deze tijd nog goed te lezen? Daar kan ik volmondig ‘ja’ op antwoorden.

Noten


** Een toneelstuk uit 1881, waarin een dode vader komt ‘spoken’ bij een zoon, die door zijn moeder is voorgelogen; de moeder vertelt hem gedwongen door de omstandigheden de waarheid.
Met Spoken schreef de Noorse toneelauteur Henrik Ibsen een definitieve afrekening met de burgerlijke moraal van leugens en schone schijn. Als geen ander portretteerde Ibsen een klasse verlamd door angst en de dwingende regels van geloof en maatschappelijke status. Ibsen wordt beschouwd als de grondlegger van het moderne realistische drama en schreef met stukken als Nora of een poppenhuis, de Wilde Eend en Hedda Gabler enkele meesterwerken van het wereldrepertoire. https://tga.nl/voorstellingen/spoken/synopsis

Er is een verschil tussen Zola’s naturalisme, dat buiten de personen om gaat en een kracht buiten de mensen om is (mijn parafrase, rdv) en dat het naturalisme van Couperus, die ook nog steunt op het noodlot; bij Couperus heeft het te maken het karakter van de mensen: het melancholieke, een soort ‘geesteszwakte’, zoals bij Eline Vere en haar neef Vincent, ook wel bij Constace in Boeken der kleine zielen en hier in de personages in Noodlot.

Over de auteur

Louis Marie Anne Couperus (Den Haag, 10 juni 1863 – De Steeg, 16 juli 1923) was een Nederlandse schrijver en een van de eerste Nederlandse vertegenwoordigers van het literaire naturalisme.
Couperus' werk omvat allerlei uiteenlopende literaire genres. Hij debuteerde met poëzie, maar legde zich vervolgens al snel toe op psychologische romans, waarmee hij de meeste bekendheid verwierf. Hij schreef daarnaast cultuursprookjes, historische romans en veel reisverslagen en columns. In het algemeen wordt hij gezien als een van de belangrijkste schrijvers uit de canon van de Nederlandse literatuur. De uitgave van zijn Volledige Werken (1987-1996) geldt als een van de eerste Nederlandse tekstedities die volgens wetenschappelijke, tekstkritische normen tot stand zijn gekomen.

Titel: Noodlot
Auteur: Louis Couperus
Literatuur & Romans Literaire romans
128 pagina's
ISBN: 9789491982460
Uitgever: Lalito
Serie: Lalito Klassiek
Verschenen: februari 2017

woensdag 25 april 2018

Jane Gardam-Een trouwe vrouw

Recensie door Tea van Lierop  
Uitgeverij Cossee 
                                                              


                                                                                   ‘Ik wil de hartenvrouw niet zoeken’


'Er is altijd tijd voor kaarten en bezinning'



Deel twee van het drieluik vertelt de gebeurtenissen waarvan in deel één gesproken werd vanuit Betty, de echtgenote van Edward Feathers, alias Old Filth. Heel herkenbaar en toch weer zo anders om dezelfde personages weer terug te zien vanuit een ander perspectief. Betty en Edward zijn nog niet getrouwd, ze gaan zich verloven.


Op de eerste pagina wordt de streek de Donheads beschreven, het is een kluwen van dorpen, losjes met elkaar verbonden door meanderende weggetjes en aangeduid met de namen van heiligen. Een pittoreske omgeving, buitenstaanders noemen het 'het land van Thomas Hardy', dit klopt niet helemaal, zijn woonplaats was een stuk zuidwestelijker, maar makelaars vonden het wel een mooie aanbeveling.





Chinese dwerg

Het gezelschap Old Filth en Albert Loss, bijgenaamd Albatross, is onderweg van Londen naar Hongkong, waar de verloving van Edward en Betty plaats zal vinden. Albert Loss, een Chinese dwerg, is een kleurrijk personage. Hij draagt altijd een hoed, deze zal terugkomen als motief, is handig met kaarten en speelt een belangrijke, bijna magische, maar ook een angstaanjagende rol. Humor zorgt voor speelse ontspanning in de dialogen:

‘‘In Hongkong is geen vraag naar wollen kleren. Zoek de hartenvrouw.’
Ik wil de hartenvrouw niet zoeken. Verdomme, waar blijft dat vliegtuig? Is er soms iets misgegaan? Ze vertellen je hier ook niets.’
Er zou niets mis moeten zijn. Het is het allernieuwste model. Grote vierkante ramen.’
Uitstekend. Alleen schijnt het niet te werken. Die oude krengen van vorig jaar waren beter. Die snorden rustig door. Schroeven die loszaten, mannen met een oliespuit die nog even de vloerbedekking kwamen optillen. Maar we bereikten altijd onze bestemming.’’

Betty

Nu de schijnwerpers gericht zijn op Betty, komen we erachter dat ook haar jeugd sporen achtergelaten heeft. In flashbacks komen flarden van herinneringen naar boven en die zijn schrijnend. Bij de kapper hangt een foto van een jonge vrouw:

'Haar glimlach was minzaam maar lief en oprecht, en ze had de foto in een hoekje gesigneerd met: ‘Ik zal jullie allen niet vergeten’. […]Haar geheugen presenteerde haar onmiddellijk een beeld, mét geluid, want ze hoorde haar moeders lach terwijl de amah haar de kamer binnenbracht om een halfuur stil aan haar moeders voeten te zitten terwijl de vier dames naar hun kaarten staarden en sigaretten rookten. Af en toe keek haar moeder naar haar om te controleren of ze er netjes uitzag en dan lachte ze terug naar haar moeder in de zijden tea gown, met zijden kousen en zijden instapschoentjes, terwijl een ring met diamant (waar was die gebleven?) haar toefonkelde door de stofdeeltjes van een bundel zonlicht die door de kieren van de zonwering naar binnen viel.'[…]

Gecombineerd met de problematische jeugd van Edward, zoals beschreven in deel één, lijkt dit een opmaat voor een allesbehalve vlekkeloze start van een relatie.

De Oriënt

Net als in deel één zie, ruik, proef je ook hier de exotische sfeer. Bij Betty's schoolvriendin Amy is het altijd een zoete inval, ze is zendelinge geworden en in haar huis is altijd wat te doen. Gebedsdiensten zorgen voor volk over de vloer, er is voor iedereen wel iets te eten en baby's gaan van de ene schoot naar de andere. Er verschijnt nog een vriendin van Betty ten tonele, van haar komen we niet zoveel te weten, maar ook zij heeft een sleutelrol in de levens van Edward en Betty. Haar naam is Lizzie.
Het gedrag van zowel Edward als Betty komt mysterieus over, helemaal niet zoals je van geliefden zou verwachten. De gedachten van Betty, de vragen die zij zichzelf stelt, de plotselinge verdwijning in het nachtelijk uur en de daarbij behorende beschrijving van lichtjes en schimmen doen magisch aan.

Aantrekkingskracht

Wanneer de aantrekkingskracht maar groot genoeg is en je geen keuze meer blijkt te hebben kunnen zaken een loopje met je nemen. Als lezer word je af en toe op het verkeerde been gezet. De Betty uit deel één was een beetje enigmatisch, in het tweede deel komen we erachter hoe dat zo gekomen is. De ene keer door te vertellen, de andere keer door te laten zien wordt het beeld van Betty scherper en het wordt pijnlijk zichtbaar waarom zij zo worstelt en stappen zet waarvan zij de consequenties niet wil of kan overzien. Haar achternaam is Macintosh, ja van de stoere regenjas inderdaad, zo staat zij ondanks alles haar 'mannetje'
Terry Veneering, die Edwards buurman werd in deel één, heeft zijn achternaam te danken aan 'Veneering de carrièrejager' uit 'Onze wederzijdse vriend-Charles Dickens'. Edward en hij zijn zeker geen goede vrienden, laat het verhaal maar vertellen hoe dat komt.

Europa

Humor, tragedie, wanhoop, misverstanden en verder alles wat een roman nodig heeft om als lezer door te willen lezen zit in het boek. Woonruimte net na de oorlog is overal schaars in Europa, ook in Londen waar Edward een eenvoudige woning heeft met minimaal één rat als huisdier. Opvallend is dat Betty de touwtjes in handen gaat nemen, zij regelt de huisvesting en de sociale contacten. Om niet teveel spoilers weg te geven wil ik in het midden laten welke personages elkaar ontmoeten in een museum ergens in Europa:

Ze zaten zwijgend in de zaal, hij aan de andere kant op de enige andere stoel. Ze keken naar elkaar en zijn glimlach en zijn ogen waren net zoals altijd.
Die gast met die hoed lijkt op de dwerg die volgens de verhalen het horloge van Filth heeft gejat en verkocht toen ze jong waren,’ zei hij, en hij stond op en fluisterde in het eikenhouten oor van de man: ‘Albertross... hebbes!’ Hij tilde de brede eikenhouten rand van de hoed op en riep: ‘Eureka! Het is een afzonderlijk object!’
En liet hem vallen. Ze slaakte een gil.
Hij raapte hem op. ‘Niets aan de hand. Moeraseiken. Zeventiende-eeuws, zo hard als staal.'

Hiermee vind ik de Engels titel The man in the Wooden Hat erg humoristisch vergeleken bij 'Een trouwe vrouw'.

Conclusie

Interessant om nu het verhaal van Betty samen te voegen met dat van Edward. Eén en één is in dit geval meer dan twee, er worden al een aantal zaken helder. De vertaling van de titel vind ik minder sterk. Een ander puntje is dat je bij Graham erg goed moet opletten dat je geen aanwijzingen mist. Soms liggen ze erg verborgen en je hebt ze allemaal nodig voor het volgen van het verhaal. Ik vind het ijzersterk in elkaar zitten en het thema, dat mensen zichzelf niet goed kennen en ook de confrontatie niet willen, kunnen aangaan met deze tekortkoming, is van alle tijden. Deze twee personages hebben uitzonderlijk traumatische jeugdervaringen, maar je kunt ze op een kleinere schaal ook toepassen op iets minder heftige gebeurtenissen. Je zou de personages iets willen toeroepen, zo werkt het natuurlijk niet, maar het geeft wel aan dat het inleven met de karakters vanzelf gaat. Op naar deel drie!


De auteur

Jane Gardam debuteerde in 1971 op haar veertigste met een kinderboek; sindsdien schreef ze vijfentwintig boeken waarmee ze talloze prijzen won waaronder twee keer de ‘Withbread book of the year award’ voor de beste roman. Ze is in Nederland niet zo bekend: Old Filth (2004) schreef ze op zesenzeventig jarige leeftijd en verscheen in maart 2017 in vertaling als Een onberispelijke manEen trouwe vrouw , het tweede deel van de trilogie verscheen in september 2017 en deel drie Laatste vrienden in januari 2018.





Titel: Een trouwe vrouw
Oorspronkelijke titel: The Man in the Wooden Hat
Auteur: Jane Gardam
Vertaler: Gerda Baardman
Uitgever: Cossee BV
ISBN: 9789059367302
Pag.: 320
Genre: Literaire fictie
Verschenen: september 2017

dinsdag 24 april 2018

Hay van den Munckhof - Alya


Recensie door Truusje
Uitgeverij Mozaïek


Voor Alja
‘Een leven zonder dromen is als een tuin zonder bloemen’
Gertraude Beese

Een reis vol onverwachte wendingen


Spanje, emiraat Al Andalus, 842 jaar na Chr  
Alya is een intelligente veertienjarige en bovendien een talenwonder. Buiten het Arabisch van Al Andalus beheerst ze het Berbers, het Grieks van de Byzantijnen, Latijn, Hebreeuws, de taal van de Mozaraben en het Frankisch. Dit laatste heeft ze geleerd van haar persoonlijke slavin Oncha, een mooi en blond meisje uit Navarra. Alya is erg gesteld op haar, maar lijkt steeds te moeten schipperen tussen begrip voor Oncha en de regels die gelden hoe ze hoort om te gaan met een slavin. Zij is immers de meesteres.
Tijdens Alya's geboorte is haar moeder overleden.

'Al heb ik haar nooit gekend, via vaders verhalen weet ik zo veel over haar dat ik in mijn dromen soms hele gesprekken met haar voer. Iets van moeders geest leeft voort in ons huis, vooral in de buurt van de stenen bank naast de fontein op de binnenplaats.'

In het destijds islamitische Qurtuba* vraagt Alya zich af wat de reden is dat haar vader - Omar - zo zwijgzaam is. Hij drinkt de laatste tijd veel wijn, wat het geloof niet toestaat, maar  laat zich na enig aandringen overhalen om haar te vertellen wat hem dwars zit en waarom hij zo'n wanhopige blik heeft.

‘Je gaat op reis, Alya,’ zegt hij, ‘en dat is mijn schuld.’ Op reis? Waarom dan? Dat is wel het allerlaatste wat ik had verwacht. En hoezo, vaders schuld? ‘Ik heb een vreselijke fout gemaakt,’ begint hij, ‘een fout die ik misschien nooit meer goed kan maken. Ik heb met de emir over jou gesproken.’

Omar is de hofmeester van Abd al-Rahman II**. De bedoeling van de emir is, zo vertelt hij Alya, om haar naar Navarra te sturen om met Koning Arista*** te onderhandelen over een mogelijk bondgenootschap. Haar talenkennis komt de emir goed van pas.
Dankzij Ibn Rushad ****, die Alya naast talen ook onderwees in de topografie en geschiedenis, weet ze dat Navarra in het christelijke deel ligt, vlakbij de Pirinoak - Pyreneeën - en dat het een lange reis zal gaan worden.
Op haar verzoek mag Oncha met haar meereizen. Samen gaan ze naar Murad, de broer van haar vader, om twee paarden op te halen, waarna ze op pad gaan als gezanten met een vrijgeleide van Koning Arista.

Wanneer haar verteld wordt dat Oncha niet mee mag reizen naar Pamplona en achter moet blijven in Saraqusta, komt ze tot een drastisch besluit; Oncha helpen te vluchten en zo voorkomen dat ze aan een slavenhandelaar wordt overhandigd.
Naderhand krijgt Alya steun en hulp uit onverwachte hoek.

De gezanten vervolgen hun reis. Alya komt in een roller coaster terecht van gebeurtenissen en verschrikkingen die haar uiteindelijk ver over de grens van Spanje brengen.
Een abdij, een spintol, een houthakker, een roversbende, het drakenschip van de Noren, Yanti - een donker slavinnetje - en twee trouwe honden, zijn een aantal zaken die de revue passeren. Een heldendaad aan de Friese kust luidt het einde van het boek in.

Conclusie

Met eerder werk van de auteur heb ik al kennisgemaakt door zijn korte verhalen, onder andere uit de bundel 'Historische verhalen, korte verhalen uit de Gouden Eeuw'. Hiermee won hij een tweede prijs.
Dit debuut is goed geschreven, met mooie zinsopbouw, samengestelde zinnen en een heldere schrijfstijl. Het verhaal wordt chronologisch verteld door de belevende-ik vanuit het ik-perspectief, waardoor de lezer gemakkelijk in de huid kan kruipen van het hoofdpersonage. Ze wordt voldoende uitgediept om met haar mee te leven, waarbij ook de karakters van de andere personages niet zijn vergeten door de auteur.

In het begin lijken de schrijfwijze en woordkeuze te duiden op een YA-boek (het is in dit eerste deel van het boek te proeven dat de auteur in zijn werkzame leven onderwijzer is geweest), maar gaandeweg komt de auteur goed op dreef en krijgt het verhaal meer volwassenheid. Dit is inherent aan de ontwikkeling van Alya. Ze is immers een jong meisje dat in alle bescherming van haar vader en haar persoonlijke slavin Oncha opgroeit.
Alya ontwikkelt zich, door de ontberingen en ervaringen die ze opdoet tijdens haar omzwervingen, tegen wil en dank tot een dame die zich niet de kaas van haar brood laat eten. Niet alleen maakt ze zich sterk voor haar eigen veiligheid, maar ook voor de mensen in haar directe omgeving.

De auteur is diep de geschiedenis in gedoken. Heel diep, omdat we toch spreken over een tijd bijna 1200 jaar geleden. Interessant om op deze manier te weten te komen dat de onderste helft van Spanje destijds islamitisch was. Het uitgebreide onderzoek naar het leven en de mores in de negende eeuw is duidelijk terug te vinden in het boek. Chapeau Hay!

Dit meeslepende verhaal is het eerste deel van een voorgenomen tweeluik, waar de omzwervingen van Alya verder gaan. Ik ben alvast nieuwsgierig en kijk uit naar de herfst van 2018, wanneer het tweede deel zal verschijnen.
Wie van een historische roman houdt kan ik aanraden om dit boek te lezen. Erg leuk.

Noten

*Aardrijkskundige namen in het emiraat Al Andalus - Andalusïe -  rond 842
Al Ushbuna - Lissabon
Balansiya     - Valencia
Ishbilija        - Sevilla
Mursiya        - Murcia
Qadis            - Cádiz
Qurtuba        - Córdoba
Saraqusta     - Zaragoza

**Abd al-Rahman II (792 - 852) - de vierde emir van Córdoba (822–852) werd in 822 de opvolger van zijn vaderal-Hakam I en kon zich tijdens zijn regering in het emiraat van Cördoba uitgebreid aan de bevordering van kunst en cultuur wijden (Abbas ibn Firnas). Daarbij interesseerde Abn al-Rahman II zich in het bijzonder voor filosofie, geneeskunde, astronomie, poëzie en muziek. Onder zijn regering werd ook het Perzische hofceremonieel in Cördoba ingevoerd.

***Arista, Koning van Navarra, 824-851.

****Ibn Rushad was een Arabische geleerde en historiograaf.

Hay over Hay

'Aan pseudoniemen doe ik niet. Hay van den Munckhof is dus gewoon mijn echte naam en ook mijn schrijversnaam.
In 1949 werd ik als tweede in een gezin van zeven kinderen geboren in Koningslust, een dorpje in Noord-Limburg met zo'n duizend inwoners. Sinds 1973 woon ik met mijn vrouw en twee zoons (intussen allebei uitgevlogen) in het naburige Panningen, dat je een groot dorp, maar met enig recht ook wel een kleine stad zou kunnen noemen. Van 1969 tot 2011 werkte ik als onderwijzer, meestal de leeftijdsgroep van tien tot twaalf jaar, groep 7 en/of 8 dus.'


Wie nieuwsgierig is naar de rest van het relaas, verwijs ik naar;

Titel: Alya
Auteur: Hay van den Munckhof
Categorie: Historische roman
Pagina's: 236
ISBN: 9789023953593
Uitgeverij Mozaïek
Verschenen: 24 april 2018

zondag 22 april 2018

Ton Hoenselaars-Shakespeare Forever! Leven en mythe. Werk en erfenis

Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Wereldbibliotheek 


'Shakespeare zit in onze genen, een meer dan boeiende beschouwing'



De titel van het boek luidt: Shakespeare Forever! Leven en mythe, werk en erfenis. Op zoek naar de 'echte' Shakespeare blijkt een onmogelijke opgave, wij kijken nu totaal anders aan tegen de geschiedenis zoals die was tijdens het leven van Shakespeare. De schrijver verbindt in dit boek het werk en leven van Shakespeare met de historie en de tegenwoordige tijd. Met de kennis van nu wordt ook een eerlijke blik geworpen op Shakespeares teksten; wordt hij van z'n voetstuk gehaald vanwege racisme, seksisme, antisemitisme? Of blijft hij een mythe tot in de eeuwigheid? Vraagteken of uitroepteken achter forever? 

Beknopte biografie 

William Shakespeare (1564 Stratford-upon-Avon-1616 Stratford-upon-Avon) was een Engels toneelschrijver, dichter en auteur. 'Hij wordt gezien als de grootste schrijver die Engeland ooit heeft voortgebracht. Niet alleen vanwege de kwaliteit van zijn werken, maar ook vanwege zijn enorme invloed op de Engelse taal, waarin nog steeds honderden woorden, uitdrukkingen en citaten aan hem zijn toe te schrijven. Hij schreef 154 sonnetten en een aantal langere gedichten en kan beschouwd worden als de eerste moderne toneelschrijver. Zijn toneeloeuvre bestaat uit 37 werken, verdeeld over drie genres: tragedies, historische stukken en komedies over tijdloze, universele thema's die tot op de dag van vandaag gebruikt worden voor theaterbewerkingen, opera's, musicals en films' (bron wikipedia) 


Doel van de auteur 


'Dit boek gaat over míjn beste Shakespeare, over de man door wie ik tijdens mijn studententijd in jambische verzen droomde en met wie ik inmiddels meer tijd heb doorgebracht dan met wie ook, maar ook over de Shakespeare die anderen door de eeuwen heen uit zijn werk hebben gedestilleerd. Het gaat ook over úw Shakespeare.'

Dit is mooi gezegd, iedereen die dit boek leest heeft zeer waarschijnlijk zijn eigen herinneringen. Misschien heb je ooit een toneelstuk gezien, iets gelezen voor school of was je al bekend met het meeste wat er in dit boek staat. Vast staat dat voor iedereen die zich interesseert voor de persoon, de mythe (?) Shakespeare er wel iets  te vinden is in deze complete 'Shakespeare forever'.
Aan het eind van het boek staan de samenvattingen van de toneelstukken en gedichten op alfabetische volgorde, erg handig! 

Van vele kanten bekeken wordt het zeer verrassende en informatieve rondleiding. Het is onmogelijk aan alle aspecten van het boek aandacht te geven, vandaar dat er paar stukjes uitgelicht worden die tot de verbeelding spreken. 

Vrouwenrollen 

In de tijd dat Shakespeare zijn stukken schreef was het verboden voor een vrouw om als actrice op het toneel te verschijnen. Hij werd heel creatief van dit verbod. Om toch vrouwen op het toneel te krijgen maakt hij handig gebruik van illusie. Mannen hulden zich in vrouwenkleren en koorknapen met hun falsetstem speelden vrouwenrollen. Er was nog een mogelijkheid: minder vrouwenrollen in het script! Vandaar dat er vaak wel een vader is, maar geen moeder. In Romeo en Julia leidt dit spelen met de seksen tot deze pikante situatie: Voor de eerste kus vormen ze de zogenaamde pelgrimskus, de handpalm van Romeo tegen die van Julia. Na de tekst, die een vroom voorspel moet voorstellen, maar vol zit met godsdienstige termen (‘ontwijdt’, ‘altaar’, ‘boete’, ‘een heil’ge’, ‘een pelgrimshand’) maakt Romeo korte metten met de vrome pelgrimskus: 

'ROMEO Een heil’ge heeft toch lippen ook, zou’k denken. 
JULIA Ja, pelgrim, om een vroom gebed te spreken. 
ROMEO En niet om ze aan de pelgrim weg te schenken? 
O, laat zo’n vrome man niet vruchtloos smeken. 
JULIA Je weet, een heil’ge blijft altijd stil, 
Ook als ze ’t vroom gebed verhoren wil. 
ROMEO O heilge, sta dan stil één korte stond, 
Terwijl ik van je mond vergiff’nis pluk. [Hij kust haar] 
JULIA Nu gaan je zonden over op mijn mond.
ROMEO O heerlijke overtreding, zoet geluk: 
Geef mij mijn zonden dan terug als gunst.
 
JULIA Wel, kussen is bij jou een ware kunst. [Zij kust hem] (1.4) 

De koningsdrama's  

Deze worden meestal aangeduid als de 'Histories', het zijn er nogal wat en lopen van 1195 tot 1533. Het zijn 10 stukken over de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van de Engelse monarchie. Shakespeare neemt stelling in zijn stukken, hij is voorstander van de monarchie. De stukken zijn feitelijk niet allemaal juist, hij laat bijvoorbeeld de eneuch Mardian in 'Antonius and Cleopatra' uit 1606 een partijtje biljart spelen met Cleopatra (ca 200 v.Chr.) terwijl biljart pas omstreeks 1550 gespeeld werd in Engeland en Frankrijk.

De Storm 

Er wordt beweerd dat Shakespeare met De storm afscheid neemt van het theater. Het is onvoorstelbaar hoeveel thema's en verwijzingen in één toneelstuk verborgen kunnen zitten. In De storm roept Shakespeare herinneringen op van andere blijspelen, komedies en koningsdrama's.

'Betoverd, als in een droom, dwalen wij door De storm als door een zaal vol spiegels die reflecteren wat wij uit de rest van het werk kennen, en wij horen daarbij de echo van de muziek der sferen' 

In de epiloog laat Shakespeare Prospero (de magiër) het publiek uitnodigen om hem door middel van applaus te bevrijden uit de illusie van het theater. 

Conclusie 

Ton Hoenselaars heeft in dit boek zijn kennis en enthousiasme weten te delen. Het is duidelijk geworden hoe diep Shakespeare geworteld is in ons dagelijks leven en in de kunst. Liefhebbers van historie en cultuur kunnen hun hart ophalen en vele uren doorbrengen met dit complete, uitgebreide en toch zeer toegankelijk boek. Jammer dat de recensie niet eindeloos lang mag worden, want ook de beschrijvingen van hoe het er vroeger aan toeging in zo'n theater zonder verlichting zijn erg leuk om te lezen.

Auteur


Ton Hoenselaars is hoogleraar Engelse taal- en letterkunde in Utrecht en weet alles van en over William Shakespeare en zijn werk. Bovendien kan hij er ongelooflijk boeiend en vermakelijk over schrijven. Al die kennis heeft hij nu samengebracht in Shakespeare Forever. (UU.nl nieuws) 



 Auteur: Ton Hoenselaars
 Uitgever: Wereldbibliotheek
 Genre: Kunst en Cultuur
 ISBN: 9789028426641
 Pag: 432
 Verschenen: 22 augustus 2017