donderdag 8 februari 2018

Theodor Fontane-Onder de perenboom

Met dank aan uitgeverij Wereldbibliotheek 




Hoogmoed komt voor de val 

Beginsituatie 

Het fictieve dorp Tschechin aan de Poolse grens is het decor van deze novelle (1885). Het verhaal speelt zich af rond 1850, met Abel Hradscheck en zijn vrouw Ursel in de hoofdrol. Zij runnen een herberg annex winkel. Abel heeft schulden, hij gokt, kaart en dobbelt, Ursel spreekt hem daarop aan. Ursel heeft deftige neigingen, na de dood van hun kinderen legt ze zich toe op chic meubilair en zelf ziet ze er ook altijd piekfijn verzorgd uit, in het zwart.  


'De twee divans waren met lichtblauwe atlaszijde bekleed, in het midden van de kamer stond een witgelakte trumeau met vergulde lijsten en blinkende spiegels. En boven de kleine piano hing zowaar, in een lijst van mahonie, een gravure naar een schilderij van Claude Lorrain, een zonsondergang met tempelruïnes en antiek aandoende figuren'
Vragen

De dorpsbewoners roddelen wat af, de herberg is daar een perfecte entourage voor, met een drankje op gaat dat allemaal wat makkelijker. En stof voor achterklap is volop aanwezig, is er toevallig niets, wordt er wat verzonnen. Wie het boek na 20 hoofdstukken dichtslaat weet niet alles wat er gebeurd is, Fontane laat de lezer achter met een aantal vragen. Hoewel het detective element duidelijk aanwezig is, komt er maar een deel van de waarheid boven water.  

Compositie 

In  mooi, soepel proza wordt de dorpsgemeenschap geportretteerd. Het meest schilderachtig is buurvrouw Jeschke, het prototype van een kruidenvrouwtje. Ze is erg nieuwsgierig en bespioneert Abel vanachter de frambozenheg. Regelmatig maken ze een praatje en dan geeft Jeschke graag wat goede raad of heeft ze een of andere spreuk paraat, meestal een beetje vaag zoals deze: 

'‘Met je piepers is het dus gedaan, Hradscheck?’ 'Ja, moeder Jeschke, eergisteren al. Het was een waar feest dit jaar: soms wel twintig stuks aan één struik, en allemaal rond en gezond.’ ‘Ja, ja, sommigen geeft de Heer het in hun slaap. U mag zich gelukkig prijzen, Hradscheck, met zulke piepers en zulke peren. Daarvan heeft u vast een mud of vier geplukt, schat ik.’ ‘Meer, moeder Jeschke. Heel wat meer!’ ‘Nou, blijf maar dankbaar en bescheiden, Hradscheck, en verzoek het noodlot niet. Men moet immer dankbaar en bescheiden zijn, ook in zijn geluk.’' 

Wat moet Abel hiermee? Heeft hij wat te verbergen? Er gaat een praatje rond van een liefje in het verleden, maar daarvan komen we het fijne niet te weten. Het gaat vooral om de manier waarop het verhaal verteld wordt. Aan de ene kant de spanning binnen de kleine gemeenschap in een roerig, historisch tijdperk, aan de andere kant de manier waarop Fontane het werk gecomponeerd heeft. Hierbij ben ik schatplichtig aan vertaler Martin Michael Driessen, die in het nawoord getuigt van vakmanschap door details naar boven te halen, die mij niet allemaal opgevallen waren, hulde! 

Geloof en bijgeloof 

Een belangrijke rol is weggelegd voor religie en alles wat daarbij komt kijken. Ursel is gered uit de klauwen van de Roomse kerk. Zij is het die Abel probeert te overtuigen Gods toorn niet af te roepen; de duivel en zijn trawanten zouden komen wanneer hij het loterijlot niet uit het zicht zou halen. Hij kon beter bidden bij een gezegende beeltenis van Maria, maar dat zou tegen het zere been zijn van de dominee. Hierbij komt de zelfkennis om de hoek kijken, Abel zelf zou hoogstwaarschijnlijk niet in de hemel komen, Ursel maakt nog wel kans. Toen de trekking voorbij was en hij weer niet gewonnen had versnipperde hij het papiertje en was opgelucht dat een paar snippers bij de kerk landden, dat zou geluk brengen. 

Het feit dat Abel zelf dacht dat hij niet in de hemel kwam spreekt voor zich, toch ging hij door met zijn kwalijke praktijken. Hij was de antiheld, ook zijn huwelijk had  niet meer de glans van weleer. Ze hadden wel wat gemeen, beiden waren op de vlucht en hebben elkaar bij toeval op het juiste moment ontmoet. Ursel was van huis weggelopen, teleurgesteld moest ze haar ambitie om actrice te worden opgeven. Abel strandde in de buurt van het katholieke Hildesheim, daar ontmoette hij Ursel, die toevallig met hangende pootjes thuiskwam. Haar vader bestierde een herberg en was blij met het huwelijksaanzoek van Abel, zodat de eer van zijn dochter gered was. Dat ze zich moest bekeren tot het Lutherse geloof, vond ze geen bezwaar.

Dreiging 

De schulden moeten betaald worden, dat was zeker. De Poolse schuldeiser Szulski kondigt aan dat hij zijn geld komt ophalen. Abel bedenkt een plan, Ursel wordt min of meer overgehaald mee te doen. Vanwege spoilers ga ik niet vertellen wat er gebeurt, maar wel dat de perenboom en de buurvrouw, die zo van roddelen houdt, een rol gaan spelen. Het wordt spannend, niet zozeer de gebeurtenissen, maar de manier waarop de speurders en de dorpelingen als een kameleon van opinie veranderen bij nieuwe feiten. Abel speelt zijn rol voortreffelijk, hij heeft een ijzersterk verhaal en een aantal troeven achter de hand. Natuurlijk zijn er zwakke plekken, getuigenissen van zijn personeel en de buurvrouw zijn complicerende factoren, maar Abel houdt lang stand....., zou de naam verwijzen naar de Bijbelse Abel?

'Angst en onrust dreven hem naar het kerkhof, naar het graf van zijn vrouw. Daar was de engel met zijn fakkel, en hij las de opschriften. Maar de gedachte aan wat hij van plan was liet hem niet los en tegen de tijd dat hij weer thuis was stond het vast: vandaag nog moest het gebeuren. Van uitstel kwam afstel.' 

Dat men zich vrolijk maakte om de situatie in het dorp blijkt uit een variatie op Reiters Morgenlied’, een soldatenliedje:

'Morgenrood! 
Abel maakte Kaïn dood. 
’s Avonds de volle beker geheven, 
’s Morgens beroofd van geld en leven, 
Zo ligt hij in zijn koele graf' 

Conclusie 

Deze novelle las ik in vrij korte tijd uit. Het bijzondere verhaal, de prachtige beschrijvingen van het interieur, de typering van de karakters van de hoofdpersonages maar zeker ook die van de dorpsbewoners, maken het boek tot een mooie leeservaring. In eerste instantie werd er wat neerbuigend gedaan over Unterm Birnbaum, het werd eerst als feuilleton gepubliceerd. 
Voor de liefhebber is er nog meer te ontdekken, ook in zijn gedicht 'Herr von Ribeck auf Ribbeck im Havelland speelt de perenboom een rol. 
Kortom, ik ben aangenaam verrast door deze novelle en zie hem als een opmaat voor Effie Briest. 


Auteur 

Theodor Fontane (Neuruppin, 30 december 1819Berlijn, 20 september 1898) was een Duits schrijver van balladen, romans en recensies, op de overgang van het realisme naar het naturalisme. (Wikipedia) 
Hij is van grote invloed geweest op Thomas Mann.

Een deel van zijn werk is vertaald, onder andere deze titels;  

  • Onder de perenboom
  • Effie Briest
  • Dolingen, dwalingen 
  • Privé-domein 172-Brieven. 
  • Grete Minde
  • L' Adultera  
  • Mijn kinderjaren
  • Schach von wuthenow
Die brieven zijn dankzij Thomas Mann onder de aandacht gekomen:

'Zijn er nog meer brieven? Geef ze alsjeblieft uit!' schreef Thomas Mann in zijn beroemde essay "Der alte Fontane'. Zijn wens werd ingewilligd en thans beschikken wij over een kolossale verzameling van vele duizenden brieven van de hand van Fontane. Eén ding is zeker: de auteur van Effi Briest was niet alleen en groot romancier, maar ook een van de grootste en ontroerende briefschrijvers van de negentiende eeuw.' 

Auteur: Theodor Fontane 
Vertaler: Martin Michael Driessen 
Uitgever: Wereldbibliotheek 
ISBN: 9789028426924 
Pag.: 176 
Genre: Fictie 
Verschenen: mei 2017 
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.