woensdag 16 augustus 2017

Sven Beckert – Katoen

Gastrecensie van Nathalie
Beoordeling 4 sterren
Hollands Diep | Overamstel Uitgevers


Een simpele vezel met een ongelooflijke geschiedenis


Waar beginnen over dit boek van 691 blz. (e-book, incl 200 met voetnoten en register)? Sven Beckert maakt in dit epische boek dat in Nederlandse vertaling uitkwam in september 2016 heel duidelijk hoe belangrijk katoen is geweest als katalysator voor de industrialisering van Europa, de slaveneconomie in de VS en de kolonisering van Afrika, en hoe dit pluizige bolletje verantwoordelijk is voor onze mondiale markten van vandaag. Katoen zou de reden zijn van de grote economische sprong voorwaarts (de ‘divergence’) in het begin van de 19de eeuw. 

In de 18de eeuw begon de katoenindustrie zich in Groot-Brittannië te ontwikkelen dankzij enkele vooruitziende investeerders en zelfs omhoog geklommen handarbeiders, die de eeuwenlange handel in katoen begonnen over te nemen en ten goede lieten komen van de Engelse staat. Het is op katoen dat de handelssteden Manchester en Liverpool gebouwd werden en het stille Lancashire werd omgebouwd tot het grootste katoenknooppunt ter wereld toentertijd. Dankzij een aantal uitvindingen groeide deze regio uit tot één van de eerste industriegebieden ter wereld. Toen de aanvoer van katoen uit Midden- en Zuid-Amerika niet groot genoeg meer bleek, maakten de slavenplantages opgang in het zuiden van de Verenigde Staten. Naar het Britse voorbeeld en om de machtspositie van Groot-Brittannië te verkleinen, begonnen andere Europese staten hun eigen gekoloniseerde gebieden te zien als mogelijke bronnen van natuurlijke rijkdommen, waaronder katoen. Duitsers, Belgen en Italianen hadden kolonies in Afrika, de Fransen net als de Britten op de drie continenten en ook de Egyptenaren, Indiërs, Chinezen, Japanners en Russen begonnen hun achterland in te palmen voor katoen, zowel in eigen land als in de hen omringende landen. Beckert zoomt bijvoorbeeld sterk in op de aanwezigheid van de Duitsers in Togo, hoewel ook de Belgen er wat van konden in Congo, onder andere ook voor de katoenopbrengst. In deze tijden kon je echt spreken van nationaal protectionisme van de Europese staten om de boomende economieën af te schermen van hun concurrenten. Speculatie op nog niet geleverde goederen ontstond in deze snel veranderende 19de eeuw, onder andere voor de miljoenen balen katoen van overzee.  

Slavernij

De slavernij vormde echter geen stabiele bron voor de steeds groter wordende handelaren. Experts twijfelden erover of dit op excessief geweld en op menselijke eigendom gestoeld systeem kon blijven bestaan, en keken uit naar stabielere handelsrelaties. Ze kregen gelijk, want in 1862 brak de Burgeroorlog tussen de ‘Unie’ van de noordelijke staten en de ‘Confederatie’ van de zuidelijke staten uit. De ‘industriëlen’ uit het noorden namen het daarin op tegen de oude elite van plantage-eigenaars en wilden de macht van die laatsten breken. Tijdens die Burgeroorlog stuikte de omvangrijke Amerikaanse katoenhandel naar Engeland in elkaar. Net daardoor kwam daarna vooral de Aziatische katoenexport uit China en India op gang. Hoewel de oude traditionele plattelandsnetwerken net bv. in India heel wat weerstand boden tegen hun kolonisatoren, gebeurde dit uiteindelijk toch doordat boeren tot monocultuur van katoen werden gedwongen door het innen van taksen in katoen en geen tijd mochten besteden aan landbouwproducten voor eigen gebruik. In plaats van de negerslaven te misbruiken die naar Amerika werden overgebracht, werden nu onafhankelijke boeren tot slaven gemaakt om meer productie op te brengen voor hun meesters en tegelijkertijd tot consumenten gemaakt door de betaling in geld. Afgewerkte textielproducten werden door Europese katoenverwerkers terug naar de herkomstlanden gestuurd aan veel lagere prijzen dan de lokale spinners en wevers het konden opbrengen.

Ook de Europese fabrieken buitten de textielarbeiders ontzettend uit. In deze fabrieken ontstonden dan ook de eerste vakbondsbewegingen die gingen ijveren voor minder werkuren (ipv 12 tot 16 uur per dag), het stopzetten van kinderarbeid in de Europese landen, beter loon, enz. Niet vermeld in dit boek maar een bekend voorbeeld in onze gebieden van dit soort situaties is uiteraard het verhaal rond Pieter Daens, gebaseerd op historische feiten, weergegeven in een roman van Louis Paul Boon (verfilmd in 1992 door Stijn Coninx) dat net gaat over één van de textielbedrijven van fabriekseigenaar en katholiek partijvoorzitter Charles Woeste in één van de grootste Belgische fabriekssteden van die tijd, Aalst. Katoen stond gedurende de voorbije eeuwen niet alleen voor een economische vooruitgang, verbetering van landbouwtechnieken en industrialisering maar ook voor armoede, onderdrukking, machtsmisbruik en een overlevingseconomie.

De slinger keerde echter opnieuw tijdens de 20ste eeuw: nationale staten werden minder belangrijk, het telen en verwerken van katoen trok terug naar het zuiden, en de verwerking en productie werd in de handen van internationale ketens in de landen van herkomst gemaakt omdat ze zo veel efficiënter konden functioneren. De grote winsten bleven echter in de handen van deze multinationals en de productiekosten werden een marginaal deeltje van hun kostenplaatje in de keten van marketing en distributie van de afgewerkte textielproducten. Nog nooit werd zoveel katoen geteeld, verwerkt en geconsumeerd sinds de tweede helft van de 20ste eeuw ook al kwamen andere textielvezels opzetten ter aanvulling of vervanging van natuurlijke katoenen producten.   

Conclusie

Beckert slaagt er in dit boek in cijfers, percenten, handelsstromen en economische politiek tot een fascinerend verhaal om te vormen. De hele wereld komt erin aan bod: van Midden-Amerika via het onafhankelijke Egypte, de Europese Afrikaanse kolonies, de Russische staat met haar invloedssfeer in Centraal-Azië, tot de Japanse zeggenschap in Korea en het Chinese gebied ‘Mantsoerije’. De vele cijfers en getallen zijn veelzeggend, maar voor een lezer als ik ook wel snel terug weg uit het geheugen. En ook zijn er natuurlijk wel wat theoretische paragrafen en niet zo vlot lezende zinnen waar je doorheen moet. Als lezer moet je er dus wel iets voor over hebben en even doorbijten tot op het einde toe. De geschiedenis is echter zo fascinerend en belangwekkend dat ik dit er graag heb bijgenomen. 

Wat mij opviel

“De Belgen waren in 1890 in Congo begonnen met hun eerste voorzichtige pogingen tot katoenteelt, maar pas in de jaren twintig van de twintigste eeuw nam de productie een hoge vlucht, en die ging gepaard met onbekend geweld. In 1920 produceerden landbouwers in Belgisch-Congo 1,5 miljoen kilo katoen, in 1931 44,5 miljoen kilo en in 1941 140 miljoen kilo. Dat was een respectabele hoeveelheid, gelijk aan ongeveer 15 procent van de productie van de Verenigde Staten voor de Burgeroorlog, toen Koning Katoen heer en meester was.”

“Weliswaar zou de katoenproductie van vandaag vrijwel onherkenbaar zijn voor de negentiende-eeuwse leden van de Liverpool Cotton Association of de Manchester Chamber of Commerce, er wordt tegenwoordig in de wereld meer katoen geproduceerd en geconsumeerd dan ooit tevoren.”


Over de auteur


Sven Beckert is professor Geschiedenis aan de Harvard University in de VS, afkomstig van Duitsland.  Hij studeerde geschiedenis, economie en politieke wetenschappen aan de universiteit van Hamburg, en behaalde zijn doctoraat in geschiedenis aan de Columbia University in de VS en kreeg daar verschillende onderzoeksbeurzen toegekend. Hij doet onderzoek naar en geeft les in de geschiedenis van de Verenigde Staten van de 19de eeuw. Meer informatie over de auteur en het boek:  http://svenbeckert.com/


Auteur: Sven Beckert
Categorie: non-fictie
Vertaald door: Auke van den Berg, Stan de Jong
Pagina's: 768
Uitgeverij: Hollands Diep
ISBN: 9789048834600
Verschenen: september 2016 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.